Omgeving milieu voorwaarden,installatie En bedrading:
3-1Omgevingsomstandigheden:
①Luchtvochtigheid: -20. C tot +60. C (-4. F tot 140. "F)
②Relatieve vochtigheid: lager dan 90%, geen vorst
③Atmosferische druk: Deze moet binnen het bereik van 86 kPa tot 106 kPa liggen
3.1.1 Tijdens bedrijf:
①Luchttemperatuur: -10. C tot +45. C (14. F tot 113. "F)
②Atmosferische druk: Deze moet binnen het bereik van 86 kPa tot 106 kPa liggen
③Installatiehoogte: minder dan 1000 m
④Trillingswaarde: De maximaal toegestane trillingswaarde onder 20 Hz is 9,86 m/s² en de maximaal toegestane trillingswaarde tussen 20 en 50 Hz is 5,88 m/s².
3.1.2 Tijdens opslag:
1 Luchttemperatuur: -0, C tot +40, C (14, F tot 122, "F)
②Atmosferische druk: Deze moet binnen het bereik van 86 kPa tot 106 kPa liggen
③Installatiehoogte: minder dan 1000 m
④Trillingswaarde: De maximaal toegestane trillingswaarde onder 20 Hz is 9,86 m/s² en de maximaal toegestane trillingswaarde tussen 20 en 50 Hz is 5,88 m/s².